Une belle histoire? Echt?
Ik heb het al eerder gehad over
mijn liefde voor het Franse chanson, en voor de Nederlandstalige kleinkunst.
Een kenmerk van een goed chanson is uiteraard een goede tekst, al heb ik soms
wel mijn bedenkingen bij die tekst.
Neem nu ‘Une belle histoire’
van Michel Fugain. Het begint best onschuldig:
‘C’est un beau roman, c’est une
belle histoire
C’est une romance d’aujourd’hui’
Dan denk je meteen: “Mooi we
krijgen een verhaal van passie en liefde”. Maar als je verder luistert, valt dat
eigenlijk dik tegen. Een jongen en een meisje ontmoeten elkaar, ergens op een
departementale weg in Frankrijk. Hij is onderweg terug naar huis, naar ‘het
mistige noorden’. Zij begint net aan haar vakantie en is op weg naar het zuiden
van Frankrijk.
Meneer Fugain vindt dat het ‘sans
doute un jour de chance’ is en dat ze de hemel binnen handbereik hebben,
een geschenk van de voorzienigheid, quoi.
Onze fortuinlijke jongelui
verstoppen zich vervolgens in het korenveld, ‘meedrijvend op de stroom van de
gebeurtenissen’ (‘se laissant porter par les courants’), vertellen
elkaar hun leven. Mooi vind ik dat Michel Fugain daaraan toevoegt ‘qui
commençaient’. Je leest tussen de regels zo’n beetje dat hij eigenlijk ook
vindt dat het nog maar snotneuzen zijn – wat weten zij nu eigenlijk van het
leven?
Meteen daarna zegt hij het
trouwens ook woordelijk : ‘ils n’étaient encore que des enfants, des enfants’.
Maar goed, op dit punt
aangekomen, kan er nog altijd iets moois bloeien. En vervolgens gaat meneer
Fugain duidelijk insinueren dat er daar in dat veld ook nog wel wat meer
gebeurt dan twee mensen die elkaar hun leven vertellen.
In zijn ogen blijft het een
geluksdag, terwijl ze
‘Qui cueillirent le ciel au creux de
leurs mains
Comme on cueille la providence
Refusant de penser au lendemain’
Oké, het is allemaal nogal wazig,
maar je zult het met mij eens zijn, dat hij het hier heeft over wat men wel
eens een stormachtige liefdesnacht pleegt te noemen. Op dit punt aangekomen
denkt wie dit voor het eerst hoort allicht dat nu een vervolg komt van twee
mensen die elkaar eeuwig trouw zweren en een lang leven aan elkaars zijde met
vijf kinderen en een hond - de meesten gokken hier op een golden retriever - tegemoet gaan.
Niets is minder waar:
‘Ils se sont quittés au bord du
matin
Sur l’autoroute des vacances
C’était fini le jour de chance’
Wat? Is dat die grote romance?
Een nachtje samen in het korenveld, en dan, hup, elk zijn eigen weg? Geen
uitwisseling van telefoonnummers of adressen, geen beloften om contact te
onderhouden? Nee:
‘Ils reprirent alors chacun leur chemin
Saluèrent la providence en se faisant un signe
de la main’
Het enige wat er nog vanaf kan is
een vaag gebaar met de hand naar elkaar, en een bedankingetje aan de voorzienigheid,
en daarna zet hij zijn weg voort naar het mistige noorden, en trekt zij verder
naar het zuiden, allicht op zoek naar nog meer van dergelijke ‘romances’. De
voorzienigheid krabt zich allicht even in het haar, want dit was toch niet wat
ze voor ogen had…
Ik weet wel, het nummer dateert
van het jaar 1972, dat is midden in de periode van de flowerpower, en de vrije liefde
was voor jongelui in die tijd zowat een geloofskwestie – ik heb het maar van
horen zeggen, want ik was zelf nog een ietsje te jong. En, begrijp me vooral
niet verkeerd, ik heb altijd van het nummer gehouden.
Maar in wezen krijgen we hier het
verhaal van wat men heden ten dage een ‘tentsletje’ zou noemen en een jongen
die daar maar al te graag van profiteert. Na afloop gaat elk zijn eigen weg,
twee levens die elkaar heel even geraakt hebben, en dat is het dan.
Une belle histoire? Zo je wilt, zover
wil ik nog wel gaan - misschien, hopelijk voor beiden, was de seks goed. Een
romance? Kom nou, een beetje romanticus zal het met me eens zijn dat daar hier
geen sprake van is.
Maar voor de rest: nog altijd een
van mijn favoriete nummers in het Franstalige repertoire.
De volledige tekst:
C'est une romance d'aujourd'hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le Midi, le Midi
Ils se sont trouvés au bord du chemin
Sur l'autoroute des vacances
C'était sans doute un jour de chance
Ils avaient le ciel à portée de main
Un cadeau de la providence
Alors pourquoi penser au lendemain
Ils se sont cachés dans un grand champ de blé
Se laissant porter par les courants
Se sont racontés leurs vies qui commençaient
Ils n'étaient encore que des enfants, des enfants
Qui s'étaient trouvés au bord du chemin
Sur l'autoroute des vacances
C'était sans doute un jour de chance
Qui cueillirent le ciel au creux de leurs mains
Comme on cueille la providence
Refusant de penser au lendemain
C'est un beau roman, c'est une belle histoire
C'est une romance d'aujourd'hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le midi, le midi
Ils se sont quittés au bord du matin
Sur l'autoroute des vacances
C'était fini le jour de chance
Ils reprirent alors chacun leur chemin
Saluèrent la providence en se faisant un signe de la main
Il rentra chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle est descendue là-bas dans le Midi
C'est un beau roman, c'est une belle histoire
C'est une romance d'aujourd'hui
Tekst en muziek : Michel Fugain, Pierre Delanoe, Big Bazar