zondag 10 januari 2021

Une belle histoire? Echt?

 


Une belle histoire? Echt?

 

Ik heb het al eerder gehad over mijn liefde voor het Franse chanson, en voor de Nederlandstalige kleinkunst. Een kenmerk van een goed chanson is uiteraard een goede tekst, al heb ik soms wel mijn bedenkingen bij die tekst.

Neem nu ‘Une belle histoire’ van Michel Fugain. Het begint best onschuldig:

‘C’est un beau roman, c’est une belle histoire

C’est une romance d’aujourd’hui’

Dan denk je meteen: “Mooi we krijgen een verhaal van passie en liefde”. Maar als je verder luistert, valt dat eigenlijk dik tegen. Een jongen en een meisje ontmoeten elkaar, ergens op een departementale weg in Frankrijk. Hij is onderweg terug naar huis, naar ‘het mistige noorden’. Zij begint net aan haar vakantie en is op weg naar het zuiden van Frankrijk.

Meneer Fugain vindt dat het ‘sans doute un jour de chance’ is en dat ze de hemel binnen handbereik hebben, een geschenk van de voorzienigheid, quoi.

Onze fortuinlijke jongelui verstoppen zich vervolgens in het korenveld, ‘meedrijvend op de stroom van de gebeurtenissen’ (‘se laissant porter par les courants’), vertellen elkaar hun leven. Mooi vind ik dat Michel Fugain daaraan toevoegt ‘qui commençaient’. Je leest tussen de regels zo’n beetje dat hij eigenlijk ook vindt dat het nog maar snotneuzen zijn – wat weten zij nu eigenlijk van het leven?

Meteen daarna zegt hij het trouwens ook woordelijk : ‘ils n’étaient encore que des enfants, des enfants’.

Maar goed, op dit punt aangekomen, kan er nog altijd iets moois bloeien. En vervolgens gaat meneer Fugain duidelijk insinueren dat er daar in dat veld ook nog wel wat meer gebeurt dan twee mensen die elkaar hun leven vertellen.

In zijn ogen blijft het een geluksdag, terwijl ze

Qui cueillirent le ciel au creux de leurs mains

Comme on cueille la providence

Refusant de penser au lendemain

Oké, het is allemaal nogal wazig, maar je zult het met mij eens zijn, dat hij het hier heeft over wat men wel eens een stormachtige liefdesnacht pleegt te noemen. Op dit punt aangekomen denkt wie dit voor het eerst hoort allicht dat nu een vervolg komt van twee mensen die elkaar eeuwig trouw zweren en een lang leven aan elkaars zijde met vijf kinderen en een hond - de meesten gokken hier op een golden retriever - tegemoet gaan.

Niets is minder waar:

‘Ils se sont quittés au bord du matin

Sur l’autoroute des vacances

C’était fini le jour de chance

Wat? Is dat die grote romance? Een nachtje samen in het korenveld, en dan, hup, elk zijn eigen weg? Geen uitwisseling van telefoonnummers of adressen, geen beloften om contact te onderhouden? Nee:

Ils reprirent alors chacun leur chemin

Saluèrent la providence en se faisant un signe de la main’

Het enige wat er nog vanaf kan is een vaag gebaar met de hand naar elkaar, en een bedankingetje aan de voorzienigheid, en daarna zet hij zijn weg voort naar het mistige noorden, en trekt zij verder naar het zuiden, allicht op zoek naar nog meer van dergelijke ‘romances’. De voorzienigheid krabt zich allicht even in het haar, want dit was toch niet wat ze voor ogen had…

Ik weet wel, het nummer dateert van het jaar 1972, dat is midden in de periode van de flowerpower, en de vrije liefde was voor jongelui in die tijd zowat een geloofskwestie – ik heb het maar van horen zeggen, want ik was zelf nog een ietsje te jong. En, begrijp me vooral niet verkeerd, ik heb altijd van het nummer gehouden.

Maar in wezen krijgen we hier het verhaal van wat men heden ten dage een ‘tentsletje’ zou noemen en een jongen die daar maar al te graag van profiteert. Na afloop gaat elk zijn eigen weg, twee levens die elkaar heel even geraakt hebben, en dat is het dan.

Une belle histoire? Zo je wilt, zover wil ik nog wel gaan - misschien, hopelijk voor beiden, was de seks goed. Een romance? Kom nou, een beetje romanticus zal het met me eens zijn dat daar hier geen sprake van is.

Maar voor de rest: nog altijd een van mijn favoriete nummers in het Franstalige repertoire.

 

De volledige tekst:

C'est un beau roman, c'est une belle histoire
C'est une romance d'aujourd'hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le Midi, le Midi
Ils se sont trouvés au bord du chemin
Sur l'autoroute des vacances
C'était sans doute un jour de chance
Ils avaient le ciel à portée de main
Un cadeau de la providence
Alors pourquoi penser au lendemain

Ils se sont cachés dans un grand champ de blé
Se laissant porter par les courants
Se sont racontés leurs vies qui commençaient
Ils n'étaient encore que des enfants, des enfants
Qui s'étaient trouvés au bord du chemin
Sur l'autoroute des vacances
C'était sans doute un jour de chance
Qui cueillirent le ciel au creux de leurs mains
Comme on cueille la providence
Refusant de penser au lendemain

C'est un beau roman, c'est une belle histoire
C'est une romance d'aujourd'hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le midi, le midi
Ils se sont quittés au bord du matin
Sur l'autoroute des vacances
C'était fini le jour de chance
Ils reprirent alors chacun leur chemin
Saluèrent la providence en se faisant un signe de la main

Il rentra chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle est descendue là-bas dans le Midi
C'est un beau roman, c'est une belle histoire
C'est une romance d'aujourd'hui



Tekst en muziek : Michel Fugain, Pierre Delanoe, Big Bazar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten