donderdag 23 juli 2020

Over juridische taal.


Het motto van de jurist:
"Voor zover manifestaties van functionele tekortkomingen door alle betrokken partijen als onwaarschijnlijk worden beschouwd, en dit zo is bepaald, is het aan de eerder genoemde partijen om uitstel van anderzijds relevante onderhoudsprocedures uit te oefenen.
Met andere woorden, als het niet kapot is, repareer het dan niet. "- Anoniem
Vertaald uit “35 funny and inspirational lawyer quotes” op www.holidappy.com

Ik heb de stellige indruk dat veel van mijn collega-vertalers hun neus ophalen voor twee specifieke soorten vertalingen. De eerste is de technische vertaling, en de tweede is de juridische vertaling. In beide gevallen kan ik de aversie best wel begrijpen. Een technische vertaling is nooit evident, omdat de vertaler ook wel wat inzicht moet hebben in het onderwerp, en we hebben nu eenmaal gestudeerd voor vertaler, niet voor ingenieur. Mijn professionele ervaring geeft me hierbij wel een zeker voordeel, maar daarover later misschien eens wat meer.

136 woorden in één zin
Bij de juridische vertaling – in wezen eigenlijk ook een ‘technische’ vertaling - liggen de zaken enigszins anders. Je hebt hier niet alleen het specifieke jargon, maar krijgt ook nog eens af te rekenen met een vaak totaal van de pot gerukte zinsbouw. Zo’n juridische tekst is daardoor vaak voor de leek totaal onleesbaar, en de inhoud gaat verloren in de vele bijzinnen, zijsprongen, opsommingen van belanghebbenden en weet ik veel wat meer. Een heel mooi voorbeeld geef ik graag hieronder, uit een contract dat ik onlangs diende te vertalen uit het Engels.  

Voor zover de serviceprovider en/of zijn directeuren, medewerkers, agenten, consultants, onderaannemers of gelieerde ondernemingen toegang hebben tot deze informatie en gegevens, verklaart en garandeert de serviceprovider dat hij en zijn consultants, onderaannemers en gelieerde ondernemingen gedurende de looptijd van dit contract toereikende administratieve, technische en fysieke beveiligingen heeft en zal aanhouden om de veiligheid en vertrouwelijkheid te waarborgen van informatie van de Eigenaar en XXXX (inclusief persoonsgegevens zoals hieronder gedefinieerd en de vertrouwelijke informatie van de Eigenaar en XXXX) en andere gegevens en informatie met betrekking tot XXXX, de Eigenaar en / of klanten van de Eigenaar, om zichzelf te beschermen tegen bedreigingen of te voorziene gevaren voor de integriteit van dergelijke informatie en gegevens (inclusief onbedoelde vernietiging), en zich te beschermen tegen ongeoorloofde toegang of gebruik van dergelijke informatie en gegevens.

U leest het goed (als u hiertoe de moed kon opbrengen): dit is één enkele zin, uitgesmeerd over iets meer dan twaalf regels, en ze bevat zomaar eventjes 134 woorden – in de lagere school is dat de lengte van een opstel. Het contract waar ik het over heb, bevatte tal van dergelijke zinnen, en was 45 bladzijden lang. Een echte vertaaluitdaging, want je moet oppassen dat je de betekenis behoudt, en dat je zin aan het einde van regel twaalf-en-nog-wat nog op haar pootjes staat. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van zo’n uitdaging, en heb de vertaling met veel plezier gedaan.

Begrijpelijk
Even terzijde: ik onderwierp mijn Nederlandse zin aan de schrijfassistent van De Standaard (www.schrijfassistent.standaard.be), en die zag er nauwelijks graten in. Er waren enkel opmerkingen over het gebruik van ‘waarborgen’ en ‘met betrekking tot’. ‘Waarborgen’ werd aangemerkt als Belgisch, en te formeel, maar in Van Dale Online zien ze dat niet zo. ‘Met betrekking tot’ is te formeel, maar goed: een contract is natuurlijk wel een formele tekst en – ik pleit schuldig - het is een van die uitdrukkingen die ik moeilijk uit mijn schrijfstijl krijg. Taalkundig is er met de zin dus niets mis - nou ja -, maar petje af voor wie ze bij de eerste lezing al had begrepen.
Het probleem met zo’n juridische tekst is dat er een behoorlijk risico schuilt in het leesbaarder maken van je vertaling. Waar je anders al vlug geneigd bent om zo’n zin in je vertaling op te splitsen in twee, drie of zelfs meer zinnen, moet je met zo’n juridische tekst toch wel een beetje (heel erg) oppassen. Vaak heeft ieder woord, iedere komma een specifiek belang, en kan het weglaten van het een of het ander zware juridische gevolgen hebben.
Vandaar dat mijn vertaling dus net als het origineel één enkele zin is. Al heeft het Engelse origineel (zie hieronder) wel het voordeel dat ze een ietsje korter is, 125 woorden en tien en een halve regel, maar dat heb je met het Engels: in negen van de tien gevallen is de Engelse versie van een tekst korter dan de Nederlandse. Eens je aan 125 woorden zit, maakt het ook niet zo veel meer uit, nog een tiental woorden erbij. Waar het op neer komt, is dat de originele zin al een draak is, een gedrocht waar een hond zijn jongen niet in terugvindt. Je vraagt je dan af of het eigenlijk wel de bedoeling is dat de zin begrijpelijk is voor de leek…

Taaltips voor juristen
Op taaluniversum.org vond ik de weerslag van een colloquium over ‘Begrijpelijke rechtstaal’ dat de KU Leuven in 2016 inrichtte, in samenwerking met o.a. de Taalunie.  Ik raad het iedereen aan die wel eens een juridische tekst moet schrijven, of het nu gaat om procedurele stukken (u weet wel: dagvaarding, verzoekschrift, conclusie, vonnis, arrest), of om een contract, algemene voorwaarden, juridisch advies (teksten die vaak niet voor juristen bestemd zijn). Je krijgt er een hoop nuttige tips om je tekst leesbaarder en begrijpelijker te maken.
En voor de vertaler? Op het colloquium was hiervoor blijkbaar geen aandacht. Maar het begint natuurlijk bij de opsteller van de originele tekst. Als vertaler van een juridische tekst moet ik zo dicht mogelijk bij het origineel blijven, en als dat origineel een draak van een zin is, dan moet ik hierin wel volgen, wil ik niet ingrijpen in de juridische waarde en betekenis van de tekst. Hoe noemen ze dat ook alweer? Dansen op het slappe koord…


Het Engelse origineel:
To the extent Supplier and/or its officers, employees, agents, consultants, subcontractors or Affiliates have access to such information and records, Supplier represents and warrants that, for the term of this Agreement, it has and will continue to have and its consultants, subcontractors and Affiliates have and will continue to have, adequate administrative, technical, and physical safeguards in place to ensure the security and confidentiality of Owner and XXXX’s information (including Personal Data as defined below and Owner and XXXX’s Confidential Information) and other records and information relating to XXXX, Owner and/or Owner’s clients, to protect against anticipated threats or hazards to the integrity of such information and records (including accidental destruction), and to protect against the unauthorized access or use of such information and records.



woensdag 1 juli 2020

Meneer de President, slaap zacht.




Ieder jaar zijn er wel een aantal landen die presidentsverkiezingen houden - wat ook niet verwonderlijk is, want de republiek is intussen de meest voorkomende staatsvorm in de wereld. Wanneer ze dat in de VS doen, zoals dit jaar in november, dan kijkt echt de hele wereld mee. Maar, waar komt het woord vandaan, wat betekent het eigenlijk en wie kwam er op het idee om het te gebruiken om het staatshoofd mee aan te duiden?

Meneer de voorzitter
Een eerste belangrijke constatering is dat ze het woord in zowat alle westerse talen gebruiken, meest in de betekenis van leider of leidster van een vergadering, bedrijf, vereniging of rechtbank, maar vooral van een land.  Maar de notie van leider/leidster is eigenlijk etymologisch niet helemaal correct. Het woord is afgeleid van het Latijn ‘praesidere’, voorzitten. In het Frans bestaat trouwens ook het werkwoord ‘présider’, dat precies dezelfde betekenis heeft. Een ‘praesidens’ is dus in oorsprong iemand die een vergadering of een raad voorzit, wat nog niet hetzelfde is als de organisatie leiden. Zie maar naar onze kamer en senaat* : die hebben allebei een voorzitter (in het Frans een Président/e) en, toegegeven, die man of vrouw heeft ook de leiding als het aankomt op het aansturen van de vergadering van die organen. Het is een functie met belangrijke verantwoordelijkheden, dat wel, maar niet te vergelijken met die van staatshoofd. Ook in bedrijven en organisaties is de voorzitter veelal iemand die een raad van bestuur voorzit, maar niet degene die belast is met de dagelijkse leiding van de organisatie.

Mister President
De president als staatshoofd, als leider van een land, is eigenlijk een redelijk recent verschijnsel. Een president staat namelijk aan het hoofd van een republiek. Dat is een staatsvorm die al ver teruggaat in de tijd. Denk maar aan o.a. de Romeinse republiek, de republieken Venetië, Genua, Firenze, Siena, Novgorod, de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën (Nederland) en het kortstondige avontuur met het Engelse Gemenebest (1649-1660). Geen van deze voorbeelden had echter een President, zie het lijstje onderaan. De eerste President-staatshoofd lijkt die van de VS te zijn geweest, toen dat land in 1776 zijn onafhankelijkheid van Groot-Brittannië bevocht. George Washington was dus misschien wel de eerste ‘president’ (van 1789 tot 1797) in de geschiedenis wiens taakomschrijving wat uitgebreider was dan het voorzitten van een vergadering. Na de VS was het hek van de dam, haast overal waar nieuwe staten werden opgericht, kozen ze voor een republiek, onder leiding van een president, behalve in Europa dan.

Monsieur le Président
Frankrijk werd na zijn revolutie van 1789 wel een republiek, maar het duurde een tijdje voor ze daar met een president gingen werken. Aanvankelijk hielden ze het bij een orgaan van vijf raadsleden, het ‘Directoire’. Napoleon introduceerde in 1799 na een staatsgreep de titel van ‘eerste consul’ (en dat was natuurlijk hijzelf). Vervolgens werd Frankrijk een keizerrijk, dan weer een monarchie, en vanaf 1848 voor de tweede keer een republiek, nu voor het eerst ook met een ‘Président’ aan het hoofd van de staat. Dat was Louis-Napoléon Bonaparte, die president zou zijn van 1848 tot 1852… om zich dan in navolging van zijn beroemde oom uit te roepen tot keizer Napoleon III (laat u niet misleiden: er is nooit een Napoleon II geweest – het nummer II werd overgeslagen uit respect voor de zoon van Napoleon I, die nooit de kans kreeg om in de voetsporen van zijn pa te treden). Volgt u nog?
Het is pas vanaf de Derde Republiek (1870-1940) dat Frankrijk kan spreken van een vrijwel onafgebroken opeenvolging van presidenten. Tijdens WO II werd de Republiek even onderbroken door het Vichy-regime en later doordat het volledige land door de Duitsers werd overgenomen, maar daarna gingen ze verder met een Vierde (1946-1958) en Vijfde Republiek (1958 – heden), geleid door een Président.

Republieken in de meerderheid
Over het algemeen leken ze in Europa gedurende de negentiende eeuw nog een (on)gezonde afkeer te hebben van de republikeinse staatsvorm, en veel presidenten kwamen er dus niet bij op het oude continent: Nederland was na 1815 niet langer een republiek, maar werd een koninkrijk. Toen België onafhankelijk werd, in 1830, kozen ze – mede onder druk van de Europese grootmachten – voor een monarchie als staatsvorm, en ook de opeenvolgende nieuwe staten die in Europa ontstonden werden haast zonder uitzondering monarchieën: Italië, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, de Balkanstaten…
Intussen telt de wereld – ook Europa - meer republieken dan monarchieën, ook al wil dat dan weer niet altijd zeggen dat de president overal dezelfde bevoegdheden heeft. In de VS, Brazilië, Rusland en China is de President bijvoorbeeld politiek de hoogste leider van het land, met een grote machtsconcentratie in zijn ‘nederige’ persoontje. Maar in landen als Duitsland, Italië en Israël heeft de President meer een ceremoniële titel, en ligt het effectieve bestuur in handen van de Eerste Minister.
Presidenten zijn, jammer genoeg, ook nog bijlange na niet altijd verkozen door het volk of zijn vertegenwoordigers – en dan spreken we meestal over een dictatuur. Noord-Korea spant de kroon: hier is de titel van president zelfs een familiezaak geworden, iets wat ze van vader op zoon doorgeven – een echte dynastie dus, zoals bij monarchieën het geval is.

En België? Dat is dus een parlementaire monarchie en over wie er nu eigenlijk de leiding heeft in dit land, wel daar kunnen we nog wel een tijdje over doorgaan. Een eenduidige conclusie bereiken zal echter niet eenvoudig zijn…

* momenteel (juni 2020) wordt de Belgische Senaat voorgezeten door Sabine Laruelle (MR), en de Kamer van Volksvertegenwoordigers door Patrick Dewael(VLD). Het Vlaamse Parlement heeft als voorzitter Liesbeth Homans (N-VA), en in het Waalse Parlement is dat Jean-Claude Marcourt (PS). Flink wat presidenten dus, in België, maar het land wordt niet door hen geleid. Wel is de regeringsleider van de deelregeringen een Minister-President, maar de leider van het land is wel degelijk een Eerste Minister, en het staatshoofd, dat is nog altijd een koning.

____________________________

Staatshoofden van de ‘oude’ republieken
Romeinse Republiek (van ca. 500 v.Chr. tot 27 v.Chr): Consul
Venetië (726-1797): Doge
Genua (1136-1476): Consul
Firenze (1115-1531): Gonfaloniere (delle giustizia), ofwel Vaandeldrager (van de Gerechtigheid)
Siena (1125-1555): Consul
Novgorod (1136-1476): Aartsbisschop
De Zeven Provinciën (Nederland – 1588-1795): Stadhouder
Engelse Gemenebest (1649-1660): Lord Protector

____________________________


Wereldkaart van de Monarchieën en republieken op heden – Grijze landen : republiek, gekleurde landen zijn een of andere vorm van monarchie (Copyright Washington Post)