dinsdag 8 december 2020

Wilt ge misschien toch eens overwegen...

 


... om wat minder tussentaal te praten?


Waw! Dit had ik misschien wel kunnen verwachten: blijkbaar heb ik met mijn stukje over het gebruik van ‘ge’ in het bijzonder en tussentaal in het algemeen hier en daar wel op een zere teen getrapt. Er waren in ieder geval heel wat reacties, waarvan sommige heel goed onderbouwd. Sommige mensen voelden zich blijkbaar heel erg aangesproken en, zoals ook te verwachten viel, zaten er een paar ronduit vijandige tussen, maar dat zul je altijd hebben…

Op de Facebookgroep ‘GentVertaalt’ waren de reacties het interessantst, en ik denk dan vooral aan de commentaar van Miet Ooms, die ik verder niet persoonlijk ken, maar die wel mijn respect kan wegdragen. Ik meen ook dat ze grotendeels gelijk heeft, wanneer ze stelt dat iedere taal beschikt over een of andere vorm van tussenregister voor de minder formele situatie. Ik kan op dat vlak enkel meepraten over het Engels en het Frans, en ik kan alleen maar beamen dat tussentaal in die taalgemeenschappen bestaat.

Ik ontken ook niet dat tussentaal bestaansrecht heeft, maar ik blijf erbij dat je met de Vlaamse tussentaal wel heel ver afwijkt van de standaardtaal. De argumenten over tussentaal bij andere talen zijn geldig… en ook weer niet. Alweer: ik kan enkel op een zinvolle manier meepraten over Frans en Engels. Ik heb die talen geleerd op school, op bachelorniveau, heb daarna in mijn werk altijd heel intensief gewerkt met Franstalige klanten en Franstalige collega’s, werkte zelfs een tijdlang in Noord-Frankrijk. Ik woon en werk ook al meer dan dertig jaar in het West-Vlaamse Menen dat tegen de Franse grens aanschurkt. Wij (mijn vrouw en ik) komen dagelijks in contact met Noord-Fransen. Op geen enkel moment ben ik geconfronteerd geweest met een situatie waar mijn gesprekspartner vasthield aan een taalregister waar ik geen weg mee kon. Een anderstalige heeft in Vlaanderen jammer genoeg wel eens andere ervaringen.

Ook bij onze vele reizen in Engeland, Wales en Ierland konden wij dezelfde vaststelling maken, al moet je hier wel toegeven dat in een dergelijke context alle situaties formeel zijn. Het is dus wel normaal dat de mensen die je als toerist ontmoet, moeite doen om standaard Engels met je te praten. Laat ik dus niet te veel conclusies vasthangen aan mijn ervaringen met het Engels.

Ik keer dus graag terug naar het Frans, waar ik wel veel contacten had en heb in minder formele situaties, vaak dus ook situaties waarin niet zo erg gelet wordt op verzorgd taalgebruik. Het verdient een wetenschappelijke studie, maar het is mijn stellige indruk dat de Vlaamse tussentaal veel verder van het Standaardnederlands afligt dan de Franse tussentaal van het standaard Frans. Iemand die het schoolse Frans goed beheerst kan volgens mij in gans Frankrijk een begrijpbare conversatie voeren, zolang de tegenpartij niet overstapt op plat dialect.

Maar laat het ons nog eens hebben over het Nederlands en onze Vlaamse tussentaal. Zoals gezegd, ik heb een paar heel geldige argumenten gekregen in de reacties, tot op het punt waar ik me afvroeg: misschien heeft (alweer) Miet Ooms wel gelijk? Tussen haakjes: ik moet toch haar boek eens gaan lezen. Misschien moeten we in de lessen Nederlands voor anderstaligen wat meer aandacht gaan besteden aan de tussentaal. Misschien is het een ietsje te schoolmeesterachtig om vast te houden aan dat AN, en dat te willen ‘opdringen’ aan eenieder.

En toen ging Martine Tanghe met pensioen…

Voor wie zich mocht afvragen wat het pensioen van Martine Tanghe hier in godsnaam mee te maken heeft: wel, misschien herinner je je wel dat ik het in mijn vorige stukje ook had over het verzorgde taalgebruik van Martine Tanghe, en hoe dat taalgebruik het argument ontkracht dat AN gekunsteld zou overkomen. Bij haar afscheid werd ze van verschillende kanten nog eens geroemd, precies omwille van dat taalgebruik, en dat sterkte mij toch weer een beetje in mijn standpunt.

Dus overdacht ik nog even de argumenten die jullie aanbrachten ten faveure van tussentaal… En ze snijden geen hout. Het voorstel om wat meer aandacht te besteden aan tussentaal in de lessen Nederlands voor anderstaligen, wil ik toch wel eens uitgewerkt zien. Welke tussentaal wil je dan gaan gebruiken? Ik herinner nog even aan de definitie voor tussentaal zoals ze in Van Dale staat : 
“de informele spreektaal in Nederlandstalige België met grammaticale kenmerken van het dialect en fonologische kenmerken van de standaardtaal“. 

Kijk, daar zit je al met een flink probleem. Aangezien er in die tussentaal kenmerken van het dialect doorsijpelen, heb je alweer verschillen naargelang de streek. De tussentaal van een West-Vlaming is niet dezelfde als die van een Antwerpenaar. Tussentaal aanleren wordt dus een heikele kwestie, want om een taal aan te leren moet je toch ook wel rekening houden met een aantal regels. Wiens regels volg je dan voor de tussentaal? Als je een taal aanleert, moet je dat doen volgens een bepaalde standaard, maar het basiskenmerk van tussentaal is precies dat er geen standaard is. Hoe kun je die taal dan op een zinvolle manier aanleren? 

En verder: hoeveel dialect mag er in je tussentaal zitten vooraleer je weer spreekt van dialect? Ook dat zal verschillen van streek tot streek. De (flauwe) grap dat iedere Antwerpenaar van zichzelf denkt dat hij AN praat is ook weer niet zo vergezocht: ik ben er zeker van dat menig Antwerpenaar de tussentaal van de doorsnee West-Vlaming nog zal zien als dialect, terwijl hij zijn eigen Antwerpse tussentaal toch beschouwt als bijna gelijk aan AN. Het punt is: als je naar tussentaal gaat, dan gooi je iedere norm overboord, en iedereen doet maar wat. 

Is dat dan zo erg, vraag je me? Vrijheid, blijheid, ja toch?

Dat was inderdaad de teneur van heel wat commentaren. De vele aanhangers van het gebruik van tussentaal schijnen te vinden dat AN een kneuterige beperking inhoudt van hun taalgebruik. Je moet je aan een bepaalde norm houden, en dan kun je niet op een natuurlijke manier converseren. Mijn punt is precies dat je wel op een natuurlijke manier kunt converseren in standaard-AN, als je dit maar voldoende inoefent. Als je jezelf die norm maar voldoende oplegt. En dat is iets wat in Vlaanderen al enige decennia niet meer algemeen gebeurt.

Nu begrijp ik het ook wel… Het was om te beginnen fout om te spreken van Algemeen Beschaafd Nederlands, want daarmee gaf je al wie dat ABN niet voldoende beheerste het stigma van lomperik. Daar zijn ze gelukkig van afgestapt. Het was ook soms een beetje jammerlijk hoe Van Dale heel wat in Vlaanderen gangbare uitdrukkingen en woorden hardnekkig bleef bestempelen als “Zuid-Nederlands”, en hoe dit voor taalpuristen dan voldoende reden was om de betreffende term of uitdrukking in de ban te slaan. Alsof nieuwe termen en uitdrukkingen enkel vanuit het noorden konden ingevoerd worden in het AN.

Op die manier hebben we in Vlaanderen misschien wel een soort weerstand aangekweekt tegen die standaardtaal, een afkeer ervan zelfs, want AN, dat is de taal van de puristen, van de regelneven, de taal van het noorden ook. En vooral die eerste twee moeten we in Vlaanderen niet zo erg. Dus gebruiken we veelvuldig tussentaal, en denken hierbij soms zelfs dat we AN aan het praten zijn. Ik blijf het dus jammer vinden dat het Algemeen Nederlands op die manier in de verdrukking komt, en daardoor ook door een groot deel van onze taalgemeenschap niet of onvoldoende beheerst wordt.

Voor sommigen maakt mij dat blijkbaar tot een soort taalnazi. Terwijl ik er enkel wil voor pleiten dat we het in Vlaanderen eindelijk een keer eens worden over het gebruik van een standaardtaal, waarin iedereen zich verstaanbaar kan uitdrukken. Een standaardtaal die we aan buitenlanders als vreemde taal kunnen aanleren met de zekerheid dat ze die ook kunnen gebruiken in het dagelijks leven, ja dus ook bij de bakker en de slager.

Is dat zoveel gevraagd?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten