De plechtigheid was voorbij, en alles was op rolletjes
gelopen. Terwijl een gestage stroom aan gasten het jonge paar gingen
feliciteren vooraleer ze de feestzaal opzochten, installeerde de familie zich
al aan de hun toegewezen tafels. De bruid zag er nog altijd even fris uit als
bij aanvang van de dag, en de moeder van de bruid slaakte een zucht van verlichting,
waarna ze een flinke slok nam van haar champagne.
“Kind toch”, zei de vrouw naast haar – uit de gelijkenis tussen
beide kon de neutrale toeschouwer afleiden dat beide dames zusters waren, “je
loopt de hele dag al zo zenuwachtig. Ik had niet verwacht dat je hier zo zou in
opgaan. Blij dat het voorbij is?”
“Meid, je hebt geen idee. Moet je horen, herinner je je nog
Johan Deblauwe? Je weet wel, hij ging een tijdje met Caroline, maar maakte het uit,
omdat hij zich nog niet wilde binden.” Bij dat laatste maakte de vrouw haakjes
met de vingers van beide handen. “Caroline is er een tijdlang het hart van in
geweest, want ze had het echt zwaar te pakken voor die kerel. Maar toen leerde
ze Peter kennen, en nou, hier zitten we dan. Ongelooflijk hoe snel de zaken
kunnen veranderen. Een jaar geleden zat ze nog helemaal in de put, en moet je
nu zien hoe ze straalt.”
Hierop wierpen de beide zussen vertederde blikken naar het
gelukkige paar. Het was duidelijk dat bruid en bruidegom de hele dag al de
grootste pret beleefden, en mevrouw Janssen moest even een traantje van
ontroering wegpinken.
“In ieder geval”, ging ze verder” vanmorgen, om halfelf,
toen ik net bijna klaar was om naar de kerk te vertrekken, belt die Johan
Deblauwe ons nog op, op de vaste lijn. Ik was de laatste in huis, iedereen was
al vertrokken naar de kerk en die telefoon gaat. Ik heb echt getwijfeld of ik
nog zou oppakken. Maar misschien was er wel een probleem met de organisatie van
het feest, dus ik neem op, en ik schrik me toch wel een hoedje, want ik had aan
hem helemaal niet meer gedacht. ‘Hallo, mevrouw Janssen’, zegt-ie ‘dit is Johan
Deblauwe. Ik kon het niet laten; ik moest opbellen. Is het waar? Trouwt
Caroline vandaag? Nee, ik wil niet met haar praten, hoor. Ik zou alleen maar beginnen
te wenen.’ Kun je je voorstellen? Alsof
ik Caroline nu zou storen om met hem te praten.”
“Meen je dat nou?” zei haar zus. Intussen waren ook een paar
gasten aan de overkant van de tafel gaan meeluisteren, en ook zij lieten
duidelijk hun ongeloof blijken.
“Echt, ik zweer het je! Vervolgens vraagt hij of ik enkel
nog wil zeggen aan Caroline dat hij van haar houdt, en dat hij vaarwel zegt.
Nou vraag ik je toch! Wat had hij verwacht, dat ik Caroline daarmee zou gaan
lastigvallen op de mooiste dag van haar leven, na alle leed dat hij haar had
aangedaan? Dagen aan een stuk heeft die meid op haar kamer liggen wenen toen
hij het uitgemaakt had. Jamaar, wacht, dat is nog niet alles. Daarna vraagt hij
wanneer en waar de mis doorgaat. Zegt-ie: ‘Die kerel waar ze mee trouwt, dat
had ik kunnen zijn, maar als een idioot ben ik haar kwijtgespeeld’ – nou, met
dat laatste sloeg hij natuurlijk wel de nagel op de kop. Maar dan zegt hij dat
hij haar nog altijd zo hard mist. Kun je je voorstellen? Hij had het nota bene
zelf uitgemaakt!”
Intussen was de hele familietafel aan het meeluisteren. Mevrouw
Janssen had het verhaal de hele dag voor zich gehouden, want uiteraard wou ze de
pret niet vergallen op deze feestelijke dag, toch niet op voorhand. Maar nu
alles goed verlopen was, vond ze wel dat ze het verhaal kwijt kon. Al was ze
niet zeker of ze het ooit zou vertellen aan haar dochter. Ze nam nog een flinke
teug van haar champagne en ging verder:
“Hij bleef verdomme aandringen, want hij wou ze nog een keer
zien, zei hij. Hij zou zich stilletjes houden ergens achterin de kerk, maar hij
moest ze echt nog een keertje zien, want hij dacht dat ze er wel zou uitzien
als een engel. Ik was eigenlijk met verstomming geslagen, ik wist niet wat ik
moest zeggen. Maar het leek me niet verstandig om het hem te vertellen. Stel je
voor dat hij een scene maakt in de kerk? Hij heeft zeker vijf keer gezegd dat
hij haar niet hoefde te spreken, want dat hij toch maar zou beginnen wenen. Nu
had ik al geen hoge dunk van hem, na alles wat er gebeurd was, maar dat deed
het hem toch. Echt! Het is intussen meer dan een jaar geleden sinds hij de
relatie verbrak, en nu komt hij af dat hij er zo’n verdriet over heeft? Kun je
die eikel geloven?”
De champagne werd bijgevuld, en mevrouw Janssen nam vlug een
volgende slok, voor ze verder ging.
“De hele tijd in de kerk heb ik rond me zitten kijken, of
hij toch op een of andere manier niet was te weten gekomen waar het huwelijk
doorging. Uiteindelijk was dat nu ook niet zo moeilijk – iedereen weet dat het
normaal doorgaat in de parochiekerk van de bruid, maar ja, hij was toch al niet
van de snuggersten. Weet je wat hij ook nog zei? Hij zei: ‘Ik weet dat u het
druk hebt, en dat er op zo’n dag veel moet geregeld worden’ – Ja, nou, Einstein,
waarom val je me dan uitgerekend vandaag lastig? En toen kwam de klap op de
vuurpijl. Hij zei ‘Ik weet wel dat u vandaag uw schat verliest, maar, mevrouw
Jansen, ik verlies haar ook.’ En ik zweer jullie, toen brak zijn stem echt. Ik
had nog altijd nauwelijks een woord gezegd, maar toen zei hij weer dat hij niet
hoefde te praten met Caroline, want dat hij alleen maar zou beginnen te wenen.
Ik moest haar enkel zeggen dat hij haar zou missen, dat hij van haar hield en
dat hij vaarwel zei… O mijn God, jullie denken toch niet dat hij zelfmoord zal
plegen?”
Vrij naar “Tell Her Johnny Said Goodbye” – door Jerry
Jackson (Muziek en tekst van B. Bryant)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten