zondag 16 juli 2023

Wielrennen: over 'meelopers' en exhibitionisten




Ik ben nogal een wielerliefhebber, alhoewel ik nooit echt fanatiek ben geweest. In de periode van epo en Festina was ik een tijdlang zelfs zo gedegouteerd dat ik niet meer keek. De laatste jaren volg ik het wel weer meer, met een absolute voorliefde voor de kasseienklassiekers in Vlaanderen en Noord-Frankrijk, en de grote rondes. Maar daar wil ik het eigenlijk niet zozeer over hebben. Waar ik het wel over wil hebben is over de gekte die we dag na dag weer zien rond de bergritten in de Tour de France, en ik wil me heel specifiek richten tot een bepaald soort ‘wielerfan’, namelijk de meeloper in al zijn vormen.

En ik wil me graag rechtstreeks richten tot een paar van die types. Je hebt ze in verschillende vormen, en ik heb voor ieder van hen wel een gedachte of twee:

De ordinaire meeloper, is iemand die je, als hij niet zou meelopen, zou kunnen verwarren met een doorsnee wielerfan. Hij is normaal gekleed, heeft hooguit een petje op met de naam van zijn favoriete renner, en kan na zijn exploot zo weer opgaan in de massa langs de weg. Deze ordinaire meeloper wil ik graag het voordeel van de twijfel gunnen: waarschijnlijk heeft zijn enthousiasme het op een bepaald moment overgenomen van de rede, en is hij zonder nadenken gaan meelopen met de renners, dolenthousiast dat hij heel even in het bijzijn kan vertoeven van de man of mannen die hij zo bewondert. Deze meeloper zal vaak ook allerhande aanmoedigingen toeschreeuwen aan zijn idool, en je merkt dat hij helemaal opgaat in het moment. Kan ik inkomen, zij het met enige moeite. Aan dit type meeloper zou ik zeggen: temper je enthousiasme een beetje. Je brengt de renner – je idool! - in gevaar (wat als je struikelt en tegen hem aan valt?), je werkt op zijn zenuwen (nee, echt, vraag het maar eens na), en je belemmert de belevenis van de andere toeschouwers (maar wat kunnen zij je nou schelen?).

De carnavaleske meeloper heeft zich uitgedost om zo veel mogelijk op te vallen, en voert duidelijk een vooraf bedacht plan uit. Hier geen sprake van enthousiasme dat het overnam van de rede. Dit type meeloper wil gewoon in beeld komen – en heeft hierover nagedacht! -, met de vlag van zijn land, soms met een boodschap. ‘Bevrijd Oekraïne!’ – het verwondert me dat we die nog niet gezien hebben, maar nu breng ik misschien iemand op gedachten. Mocht dat zo zijn, dan zou ik zeggen: denk er nog eens over na. Er zijn vast betere plaatsen om deze boodschap naar voren te brengen. Het wielerpubliek staat er namelijk niet om gekend dat het zich veel aantrekt van de wereldpolitiek. Maar vaak draagt dit type meeloper gewoon iets wat als lollig beschouwd moet worden, ik zeg maar wat: een duivelspak, vrouwenkleren, een gek hoedje.

De carnavaleske meeloper heeft al heel wat minder aandacht voor de renners, en wil gewoon zo lang mogelijk meelopen en in beeld blijven. Dat maakt hem een stuk gevaarlijker dan de ordinaire meeloper, omdat hij meestal maar een half oog heeft voor de renners. Anderzijds zal hij niet zo snel over zijn eigen voeten struikelen, omdat hij meestal gewoon recht vooruit rent, zonder veel opzij te kijken, zonder aanmoedigende gebaren naar de renner te willen maken. Kortom, zijn ren is een stuk stabieler, al kun je je afvragen of dat wel echt klopt, omdat hier vaker dan bij het vorige type ook alcohol mee gemoeid is. Aan dit type meeloper wil ik in eerste instantie zo’n beetje dezelfde opmerking geven als aan het eerste type: je brengt de renners en het eerlijke koersverloop in gevaar, je werkt hen op de zenuwen, en je belemmert de belevenis van de andere toeschouwers. Maar er is nog iets wat ik je zou willen zeggen. Daar kom ik nog op terug; ik wil het namelijk eerst hebben over een derde type meeloper.

De exhibitionistische meeloper vindt het een goed idee om bepaalde lichaamsdelen te ontbloten die een fatsoenlijk mens in normale omstandigheden bedekt laat, of zich zodanig uit te dossen dat het effect vergelijkbaar is. Ik denk daarbij aan de Borat-uitrustingen, maar vooral aan het blijkbaar nieuwe fenomeen van de ‘blotekontloper’. Ik kan me vergissen, maar in voorgaande jaren had ik dit nog niet opgemerkt, terwijl het dit jaar al minstens twee keer is voorgevallen, namelijk in de rit naar Le Grand Colombier en op de flanken van de Joux Plane. Voor dit type meeloper geldt evenzeer dat er weinig tot geen aandacht is voor de renners zelf, maar dat het enige doel is om zo lang mogelijk - en zo bloot mogelijk - in beeld te komen, exhibitionisme dus. Dezelfde bezwaren gelden als voor de carnavaleske meeloper, met als verzwarende omstandigheid de factor bloot. Maar voor beide types wil ik nog graag het volgende opwerpen: denken jullie nou echt dat jullie actie gesmaakt wordt door ook maar iemand? Jullie weten gewoon dat de renners zelf hier geen boodschap aan hebben, noch de organisatie van de wedstrijd. Het publiek in de huiskamer vindt het alleen maar zielig – en vervelend als er kinderen meekijken. Misschien denken jullie dat je hiermee in jullie kennissenkring een zekere mate van prestige bekomen. Het kan zijn dat sommigen van jullie vrienden en kennissen jullie hierom een toffe peer vinden, maar ik denk dat dit dik kan tegenvallen.

Daarom wil ik voorstellen dat de heren – het zijn nooit dames, is u dat al opgevallen? Onder geen van de drie types vind je vrouwen terug. Dat de heren dus, na uitvoering van hun ‘stunt’ een kleine poll organiseren onder hun vriendenkring op Facebook, Whatsapp, of Weet-ik-veel-gram. Stel de volgende vraag: “XXX (vul je naam in) was gisteren te zien terwijl hij in z’n blote kont meeliep met de renners tijdens de beklimming van de Joux Plane. Ik vond dit A: tof en gedurfd B: Stom – kon hij echt niets beters bedenken? C: Een zielige uiting van een haast ziekelijke nood aan aandacht D: Crimineel gedrag; een boete is hier op zijn plaats.”

Mijn voorbeeld heeft het over de blotekontloper, maar ik zou voorstellen dat iedereen die onder type twee en drie valt een gelijkaardige poll organiseert, aangezien het jullie toch echt maar om de aandacht te doen is. Met deze poll kunnen jullie nagaan of het doel bereikt is. Ik zou zeggen: doen! Het is nu te laat voor verlegenheid. Je kunt er enkel maar een beter inzicht in krijgen over hoe je vrienden en kennissen tegen jou en je actie aankijken.

 

zondag 4 juni 2023

Een niet zo boeiend boek – over de waarde van recensies en andere bedenkingen.

 


Een niet zo boeiend boek – over de waarde van recensies en andere bedenkingen.

Ik heb geen al te beste ervaring met het lezen van boeken op basis van een goede recensie. Vaak lossen ze de verwachting niet in en blijken ze me verre na niet zo erg aan te spreken als ik had gehoopt na het lezen van die recensie. Het overkomt me ook niet vaak dat ik een boek niet uitlees. Meestal zal ik, zelfs als het boek me niet het verhoopte leesplezier of de verwachte informatie bezorgt, toch doorbijten tot de laatste bladzijde. Gisteren heb ik, na een worsteling die 350 pagina’s geduurd heeft, de 764 pagina’s tellende turf van Peter Frankopan, De Transformatie van de Aarde,  gefrustreerd dichtgeslagen. Ik probeer voor mezelf uit te maken wat er misgelopen is.

De Transformatie van de Aarde belooft ons een reis door de menselijke geschiedenis, ‘een verhaal dat eeuwen en continenten overspant, van vulkaanuitbarstingen in IJsland die het Ottomaanse Rijk op de knieën kregen tot de val van de Moche-beschaving door de opwarming van het zeewater. (…) Op basis van de meest recente wetenschappelijke ontdekkingen schetst Frankopan een intrigerend beeld van de wereldgeschiedenis waarin het klimaat niet langer in de schaduw staat’ (flaptekst). Dat is nogal een ambitie, om in een enkel boek even de hele wereldgeschiedenis te behandelen in het licht van de klimatologische invloeden op die geschiedenis.

En daar wringt volgens mij om te beginnen al het schoentje. Frankopan heeft inderdaad de hele wereldgeschiedenis willen bespreken, periode per periode, telkens weer de invloed van klimaatpatronen op alle delen van de wereld. U leest het goed: op alle delen van de wereld. Daardoor is ieder hoofdstuk weer een van de hak op de tak springen van de ene uithoek van de wereld naar de andere. Het ene moment zit je in het Midden-Oosten bij het opkomende Arabische rijk en het volgende moment zit je in Indonesië, of in het Romeinse rijk (dat, tussen haakjes in die tijd al niet meer bestond, maar overgegaan was in het Byzantijnse of Oost-Romeinse rijk). Heel vaak is de overgang van het ene werelddeel naar het andere niet duidelijk aangegeven en raak ik als lezer helemaal gedesoriënteerd. Ik denk dat Frankopan hier de kans gemist heeft om selectief te werk te gaan, en zich per periode te concentreren op een of twee belangrijke voorbeelden.

Ik begrijp het wel, klimatologische patronen zijn vaak wereldomvattend, hun invloed beperkt zich zelden tot een enkel deel van de wereld, en het is dus allicht moeilijk om het te hebben over de invloed van de Middeleeuwse Warme Periode op het Midden-Oosten, zonder het ook te hebben over Europa, of Centraal Azië. Maar toch, dit verzandt algauw in een verhaal waar je door de bomen het bos niet meer ziet. Als lezer liep ik gewoon verloren in dit boek.

Een ander aspect, waar ik het met de grootste schroom toch wil over hebben, is het feit dat de Nederlandstalige uitgave van dit boek een slordig zootje is. Mijn eerste reflex was om het te hebben over een slechte vertaling, maar ik denk niet dat het aan de vertaling op zich ligt. Het lijkt me meer een kwestie van een gebrekkige afwerking. Toen ik op de zoveelste ‘fout’ gebotst was, ben ik even gaan kijken naar het colofon. Daar zie ik dat het copyright voor zowel de Engelse als de Nederlandse versie in 2023 is vastgelegd. Ik leid daaruit af dat de Nederlandse uitgave een haastklus is geweest, en het spijt me, maar dat zie je op bijna iedere bladzijde. Hebben de vertalers wel voldoende tijd gekregen om hun opdracht af te ronden, en was er daarna wel nog voldoende tijd om een degelijke editing te laten uitvoeren? Ik heb geen idee, maar feit is dat het boek wemelt van de zinnen die niet op hun poten staan, en dat ik het over het algemeen heel stroeve lectuur vond.

Dan denk je ook: heeft de recensent op wiens stukje ik me baseerde om dit boek te kopen, het boek ook wel daadwerkelijk gelezen, of heeft hij gewoon de perstekst van de uitgever gebruikt als basis voor zijn recensie? Ik ben geen liefhebber van vernietigende recensies. Als je als recensent een boek goed vindt, moet je dat vooral aan de wereld meedelen. Indien niet, kun je er misschien beter het zwijgen toe doen. Maar ik ben geen recensent, wel een ervaren lezer en als een recensent een boek de hemel in prijst, zoals met De Transformatie van de Aarde is gebeurd, dan vind ik dat ik als ervaren lezer van historische non-fictie toch wat meer mag verwachten dan hier het geval is. Ik zei het in de inleiding al: de lectuur van dit boek was een worsteling, en ik ben gestopt nog voor ik halverwege was, iets wat ik zelden doe. Mag ik m’n geld terug?