Van Dale :
mediocriteit : 1. g.mv. middelmatigheid – 2. mediocriteiten – concreet
– middelmatig persoon, persoon van gering belang, van geringe begaafdheid
middelmatigheid
: 1. Eigenschap van
niet uitnemend zijn mediocriteit – 2.
middelmatig persoon ∼mediocriteit
middelmatig : 1. de middelmaat houdend ∼gemiddeld - van middelmatige gestalte -middelmatig groot – 2. lang niet uitnemend, eerder slecht dan goed ∼matig, mediocre,
modaal – hij zingt maar middelmatig – die leerling is hoogst middelmatig
Le Petit Robert
médiocrité : 1. Position, situation
moyenne ; modération, juste milieu – 2. Insuffisance de qualité, de
valeur, de mérite. La médiocrité des résultats. Médiocrité d’une œuvre. è faiblesse, platitude. CONTRAIRES : excellence,
grandeur, importance ; génie.
médiocre :
Étym. 1495 latin mediocris, de medius « au
milieu »
- Moyen
- Qui est au-dessous de la moyenne, qui est insuffisant en quantité ou en qualité è petit, maigre, minime, modeste, modique, négligeable, piètre. Assez mauvais. è pauvre, piètre, pitoyable, quelconque. (…)
- (PERSONNES) Qui a peu de capacité, ne dépasse pas ou même
n’atteint pas la moyenne. è inférieur. Esprit
médiocre, Élève médiocre en français. è faible. è quelconque.
- Ø SUBST. Un médiocre : une personne qui manque de qualités, de talent, de largeur de vues. Les faibles et les médiocres.
Longman’s
mediocrity : 1 The state or
quality of being MEDIOCRE 2 A person who shows no very good qualities or
abilities
mediocre : adj of not very good
quality or bad quality or ability, usu. not good enough
Begin
de jaren ’90 werd ons land even opgeschrikt door een affaire rond de arrestatie
van een zekere Walid Khaled, een man die op de lijst van gekende terroristen
stond. Ondanks dat markante feit was hij in het bezit van een toeristenvisum
voor België, en kreeg de politie niet het bevel om hem in verzekerde bewaring
te houden, maar om hem op het eerste vliegtuig richting buitenland te zetten.
Toen dit aan het licht kwam, gingen de politieke poppen in ons landje uiteraard
aan het dansen. Het hoofd van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken,
Mark Eyskens, lag even op het kapblok, maar hij kon toch aanblijven, wat hem de
uitspraak ontlokte dat hij in ieder ander land ontslag had moeten nemen, behalve
in “dit apenland”.
Verregaand
middelmatig
Zijn
collega op Binnenlandse Zaken was Willy Claes, en ik herinner me nog zijn
uitspraak betreffende de diplomaat (niet de minister – ook hij hield Mark
Eyskens buiten schot) die verantwoordelijk was voor het uitgeven van het visum.
Hij vond dit “getuigen van een dergelijke verregaande mediocriteit” dat de man
in kwestie onmiddellijk moest ontslagen worden. Ik weet nog dat ik me toen
stoorde aan het gebruik van de term “dergelijke verregaande mediocriteit”, want
‘mediocriteit’, dat was toch gewoon een ander woord voor “middelmatig”? Hoe kon
iemand nou “verregaand middelmatig” zijn? De schaal van menselijke kwaliteit ziet
er volgens mij ongeveer zo uit : uitmuntend – goed – middelmatig – zwak – zeer
zwak. Of iets in die aard. Je bent dus middelmatig, of je bent het niet, en dan
ben je ofwel goed of zelfs uitmuntend, of dan weer zwak of zeer zwak, al
naargelang je je links of rechts van middelmatig bevindt op de schaal.
“Verregaand
middelmatig” leek me dan ook een contradictio in terminis, maar toen ik er het
woordenboek op nasloeg, werd het me duidelijk dat er helemaal geen contradictie
is. In het Nederlands en het Frans is de
eerste betekenis voor mediocriteit of middelmatigheid weliswaar iets in de zin
van “kwaliteit van iets wat zich ergens middenin bevindt”, maar de tweede
betekenis van het woord is duidelijk negatief. Gaande van “eerder slecht dan
goed” in Van Dale, tot “van onvoldoende kwaliteit” of “onder het gemiddelde” in
Le Petit Robert. Bij de Engelse Longman’s is er voor het adjectief mediocre
zelfs maar één uitleg, nl. “van niet zeer goede kwaliteit of slechte kwaliteit,
(…) niet goed genoeg”. Als iemand dus verregaand middelmatig is of getuigt van
een verregaande mediocriteit, dan is hij gewoon heel zwak, is zijn werk van
heel zwakke kwaliteit.
Wat
vind ik hier nou zo moeilijk aan? Wel, hier is mijns inziens toch iets
eigenaardigs aan de hand. Als we de woorden “mediocriteit” en “middelmatigheid”
ontleden, dan is de letterlijke betekenis toch echt die van “kwaliteit van iets
wat zich ergens middenin bevindt”, ofwel “gemiddelde kwaliteit”. Anders
gezegd: het gaat hier om iets dat noch (zeer) goed is, noch (zeer) slecht, je
zou ook kunnen zeggen : van bevredigende kwaliteit. Maar waar bevredigende
kwaliteit betekent dat iets of iemand van een kwaliteit is die goed genoeg is,
gebruiken we de termen middelmatig, middelmatigheid, mediocriteit… haast
uitsluitend nog in negatieve zin.
Ga
maar na: een middelmatig(e) leerling, renner, politicus, leerkracht, dokter,
enz… Daarmee bedoelen we gewoon dat die persoon onvoldoende presteert. Middelmatig
staat dus al een tijd niet meer synoniem voor de kwaliteit van het gemiddelde,
het is eerder een eufemisme geworden voor slecht, zwak, ondermaats.
Everybody
loves a winner
Het
is ook niet verwonderlijk, want onze maatschappij hecht enkel belang aan de
kwaliteiten uitmuntend, zeer goed, uitzonderlijk, en eigenlijk is alles wat
daaronder komt al lang niet meer voldoende. In de sport kun je hoogstens nog op
wat sympathie rekenen als eeuwige tweede (cfr. Poulidor, maar hoe lang is dat al
niet geleden?), en de Olympiërs die tweede en derde eindigen hebben over het
algemeen ook niet te klagen over de waardering die ze hiervoor krijgen. Maar wie
vierde eindigt in gelijk welke Olympische discipline, die is enkel goed voor de
vergetelheid, ook al is zo iemand verre van middelmatig. En alhoewel deelnemen
belangrijker schijnt te zijn dan winnen, is de olympische slogan toch wel
degelijk “sneller, hoger, sterker”: het gaat er dus uiteindelijk om
uitmuntendheid na te streven, en niet middelmatigheid.
Ook
op school is een student die als middelmatig wordt omschreven, gewoon iemand
die niet goed genoeg presteert. Zelfs de score “voldoende” voor een toets of ander
werk is meestal een manier om te zeggen dat de student in kwestie eigenlijk wel
beter kan. Nu zit daar ook wel iets in: als ik beroep doe op een vakman, dan kies
ik toch liever voor diegene die de beroepsopleiding voleindigde met een score “uitmuntend”,
dan voor eentje die maar net een “voldoende” behaalde. Als u morgen onder het
mes moet, zult u dan niet geruster zijn in de goede afloop, als u weet dat uw
chirurg zijn diploma behaalde met hoogste onderscheiding, dan wanneer de man of
vrouw in kwestie “maar” een voldoende haalde?
En
toch… Als de zaken maar zo simpel waren. Dat je de beste kwaliteit werk
geleverd zult krijgen van de vakman met het hoogste diploma, dat je het best
zult geholpen worden door de chirurg met het hoogste diploma. Daar zit toch een
addertje onder het gras, want een hoog cijfer tijdens de studie is nog geen
garantie op vakmanschap, dat hangt van zoveel meer factoren af… Maar we dwalen
af.
Embrace
your own mediocrity
Het
is waar dat we allemaal liever een beroep doen op uitmuntende mensen dan op
middelmatige mensen, en dat we in de sport, in de kunst, in de politiek haast
enkel waardering hebben voor mensen die uitmuntend zijn in hun vakgebied.
Vandaar dat middelmatigheid, mediocriteit in de loop der jaren een pejoratieve
klank heeft gekregen, want middelmatigheid, daar kan een mens toch nooit
tevreden mee zijn, niet? Nochtans zijn we welhaast allemaal middelmatig in een groot
aantal zaken. In het beste geval hebben we een enkele kwaliteit waarin we
uitblinken, maar horen we voor de rest tot de grijze middelmaat – nog zoiets: waarom
is middelmaat altijd grijs?
Dus,
vooraleer u nog eens iemand veroordeelt omdat hij tot de mediocriteit hoort,
bedenk dan dat dat geldt voor de overgrote meerderheid van de mensheid, dus
waarschijnlijk ook voor uzelf…
“Mediocrity knows
nothing higher than itself, but talent instantly recognizes genius.” - Arthur Conan
Doyle
“Avoir quelque supériorité est un tort
que la médiocrité ne pardonne jamais.” - Cécile Fée
“La médiocrité est
pire que le mauvais, car le mauvais au moins a une couleur, et l’autre n’en a
pas. ” – Hypolite de Livry
“Minacht
het goud, koester de mediocriteit, je zult gierigheid en hebzucht overwinnen.”
- Publilius Sirius
“Citius, altius,
fortius” – Olympische leuze
Geen opmerkingen:
Een reactie posten