... om wat minder tussentaal te praten?
Waw! Dit had ik misschien wel
kunnen verwachten: blijkbaar heb ik met mijn stukje over het gebruik van ‘ge’
in het bijzonder en tussentaal in het algemeen hier en daar wel op een zere
teen getrapt. Er waren in ieder geval heel wat reacties, waarvan sommige heel
goed onderbouwd. Sommige mensen voelden zich blijkbaar heel erg aangesproken en,
zoals ook te verwachten viel, zaten er een paar ronduit vijandige tussen, maar
dat zul je altijd hebben…
Op de Facebookgroep
‘GentVertaalt’ waren de reacties het interessantst, en ik denk dan vooral aan
de commentaar van Miet Ooms, die ik verder niet persoonlijk ken, maar die wel mijn
respect kan wegdragen. Ik meen ook dat ze grotendeels gelijk heeft, wanneer ze
stelt dat iedere taal beschikt over een of andere vorm van tussenregister voor de
minder formele situatie. Ik kan op dat vlak enkel meepraten over het Engels en
het Frans, en ik kan alleen maar beamen dat tussentaal in die
taalgemeenschappen bestaat.
Ik ontken ook niet dat tussentaal
bestaansrecht heeft, maar ik blijf erbij dat je met de Vlaamse tussentaal wel heel
ver afwijkt van de standaardtaal. De argumenten over tussentaal bij andere
talen zijn geldig… en ook weer niet. Alweer: ik kan enkel op een zinvolle
manier meepraten over Frans en Engels. Ik heb die talen geleerd op school, op
bachelorniveau, heb daarna in mijn werk altijd heel intensief gewerkt met Franstalige
klanten en Franstalige collega’s, werkte zelfs een tijdlang in Noord-Frankrijk.
Ik woon en werk ook al meer dan dertig jaar in het West-Vlaamse Menen dat tegen
de Franse grens aanschurkt. Wij (mijn vrouw en ik) komen dagelijks in contact
met Noord-Fransen. Op geen enkel moment ben ik geconfronteerd geweest met een
situatie waar mijn gesprekspartner vasthield aan een taalregister waar ik geen
weg mee kon. Een anderstalige heeft in Vlaanderen jammer genoeg wel eens andere
ervaringen.
Ook bij onze vele reizen in
Engeland, Wales en Ierland konden wij dezelfde vaststelling maken, al moet je
hier wel toegeven dat in een dergelijke context alle situaties formeel zijn.
Het is dus wel normaal dat de mensen die je als toerist ontmoet, moeite doen om
standaard Engels met je te praten. Laat ik dus niet te veel conclusies
vasthangen aan mijn ervaringen met het Engels.
Ik keer dus graag terug naar het
Frans, waar ik wel veel contacten had en heb in minder formele situaties, vaak
dus ook situaties waarin niet zo erg gelet wordt op verzorgd taalgebruik. Het
verdient een wetenschappelijke studie, maar het is mijn stellige indruk dat de
Vlaamse tussentaal veel verder van het Standaardnederlands afligt dan de Franse
tussentaal van het standaard Frans. Iemand die het schoolse Frans goed beheerst
kan volgens mij in gans Frankrijk een begrijpbare conversatie voeren, zolang de
tegenpartij niet overstapt op plat dialect.
Maar laat het ons nog eens hebben
over het Nederlands en onze Vlaamse tussentaal. Zoals gezegd, ik heb een paar
heel geldige argumenten gekregen in de reacties, tot op het punt waar ik me
afvroeg: misschien heeft (alweer) Miet Ooms wel gelijk? Tussen haakjes: ik
moet toch haar boek eens gaan lezen. Misschien moeten we in de lessen
Nederlands voor anderstaligen wat meer aandacht gaan besteden aan de
tussentaal. Misschien is het een ietsje te schoolmeesterachtig om vast te
houden aan dat AN, en dat te willen ‘opdringen’ aan eenieder.
En toen ging Martine Tanghe met
pensioen…
Voor wie zich mocht afvragen wat
het pensioen van Martine Tanghe hier in godsnaam mee te maken heeft: wel,
misschien herinner je je wel dat ik het in mijn vorige stukje ook had over het
verzorgde taalgebruik van Martine Tanghe, en hoe dat taalgebruik het argument
ontkracht dat AN gekunsteld zou overkomen. Bij haar afscheid werd ze van
verschillende kanten nog eens geroemd, precies omwille van dat taalgebruik, en
dat sterkte mij toch weer een beetje in mijn standpunt.
Dat was inderdaad de teneur van
heel wat commentaren. De vele aanhangers van het gebruik van tussentaal
schijnen te vinden dat AN een kneuterige beperking inhoudt van hun taalgebruik.
Je moet je aan een bepaalde norm houden, en dan kun je niet op een natuurlijke
manier converseren. Mijn punt is precies dat je wel op een natuurlijke manier kunt
converseren in standaard-AN, als je dit maar voldoende inoefent. Als je jezelf
die norm maar voldoende oplegt. En dat is iets wat in Vlaanderen al enige
decennia niet meer algemeen gebeurt.
Nu begrijp ik het ook wel… Het
was om te beginnen fout om te spreken van Algemeen Beschaafd Nederlands,
want daarmee gaf je al wie dat ABN niet voldoende beheerste het stigma van
lomperik. Daar zijn ze gelukkig van afgestapt. Het was ook soms een beetje
jammerlijk hoe Van Dale heel wat in Vlaanderen gangbare uitdrukkingen en
woorden hardnekkig bleef bestempelen als “Zuid-Nederlands”, en hoe dit voor
taalpuristen dan voldoende reden was om de betreffende term of uitdrukking in
de ban te slaan. Alsof nieuwe termen en uitdrukkingen enkel vanuit het noorden
konden ingevoerd worden in het AN.
Op die manier hebben we in
Vlaanderen misschien wel een soort weerstand aangekweekt tegen die
standaardtaal, een afkeer ervan zelfs, want AN, dat is de taal van de puristen,
van de regelneven, de taal van het noorden ook. En vooral die eerste twee moeten
we in Vlaanderen niet zo erg. Dus gebruiken we veelvuldig tussentaal, en denken
hierbij soms zelfs dat we AN aan het praten zijn. Ik blijf het dus jammer
vinden dat het Algemeen Nederlands op die manier in de verdrukking komt, en daardoor
ook door een groot deel van onze taalgemeenschap niet of onvoldoende beheerst
wordt.
Voor sommigen maakt mij dat
blijkbaar tot een soort taalnazi. Terwijl ik er enkel wil voor pleiten dat we
het in Vlaanderen eindelijk een keer eens worden over het gebruik van een
standaardtaal, waarin iedereen zich verstaanbaar kan uitdrukken. Een
standaardtaal die we aan buitenlanders als vreemde taal kunnen aanleren met de
zekerheid dat ze die ook kunnen gebruiken in het dagelijks leven, ja dus ook
bij de bakker en de slager.
Is dat zoveel gevraagd?